Het zit er bijna op, mijn opnames. Ik ben de laatste hand aan het leggen aan een nieuwe reeks voor de VRT, Vriendinnen genaamd.

Over twee meisjes die elkaar leren kennen en samen vrouwen worden. Met alle liefdes(verdrietjes), kinderen – en andere problemen, ziektes die er soms in hakken, tot en met de grijze haren – ook soms van elkaar.

Het is een erg leuke set. En wat er ook speciaal is: de regisseur is een vrouw. En daar hou ik wel van, van een andere aanpak, zachter en tegelijkertijd ook een pak harder. Directer, en zo heb ik het graag. Helaas zijn ze nog steeds in de minderheid, die vrouwelijke regisseurs. Maar als ze er dan zijn, dan kunnen ze tellen. Kijk maar naar het topduo dat Clan heeft geregisseerd: twee ferme madammen. En ook onze Cecilia Verheyden zal nog veel meer mooie dingen maken, dat weet ik zeker.

Voor mij persoonlijk was het een reeks om te onthouden: ik heb namelijk in de toekomst mogen kijken. Want mijn personage wordt ouder, en ik dus ook. Ik begin aan de rol als ik 42 ben en wordt langzaamaan ouder en ouder, naar 48 tot 52 naar 58, om dan een vrolijke zestiger te zijn en te eindigen op mijn 85 ste.

En geloof me, dat was best heftig. Alsof ik het ook voelde, die jaren. Die keuzes die ik gemaakt heb en de twijfel daarrond: wat heb ik gedaan en was dat wel de juiste beslissing, al het verdriet wat ik mensen soms heb aangedaan, en ook mezelf, maar gelukkig ook een grote dankbaarheid naar de schoonheid van het leven toe.

Ik weet dus al een beetje hoe het zal zijn om 50, 60 en 80 te zijn en eerlijk, ik vind het plezant. Ik hoop dat ik dat dan ook nog zo zal voelen.

Met hartelijke groet,

Veerle