Wifty Guest Jan laat zijn filosofische gedachten geregeld de vrije loop. In zijn virtueel notaboekje schrijft hij over de dingen des levens en heel soms ontsnapt wel eens een menselijke oprisping.
Jan heeft tig diploma’s en vandaag laat hij de filosoof uit die het serieus op zijn heupen krijgt van het woordje ‘kids’. Het passeerde zijn ogen toen hij een recruteringsblad in handen kreeg.
‘Ik wil om zeven uur ’s avonds thuis zijn, om nog een uur van de kids te kunnen genieten.‘ Dat vertelde een 35-jarige werkende moeder aan een recuteringsblad.
Ze zei niet ‘mijn kinderen’ of ‘onze kinderen’ of ‘mijn twee dochtertjes’ of ‘Emma en Lientje’. Nee, ze zei ‘de kids’. Met een bepaald lidwoord dat heel onbepaald klinkt.
De kids, je vindt ze in de design living naast de iPod en het Bose geluidsysteem, voor het kamerbrede Bang & Olufsen tv- scherm.
De kids, je vindt ze helemaal uitgedost door Fred & Ginger, als een bewegend onderdeel van de lifestyle die verder met een BMW X5 (voor hem, de regiodirecteur) en een crèmekleurige Mini Cooper (voor haar) gecomplementeerd wordt.
Een leven als een reportage uit Knack Weekend. Met Alessi keukengerief op het aanrecht.
Dat designkids al eens overgeven, pampers vuil maken en hoge koorts kunnen hebben, dat wordt weg gefotoshopt uit het beeldige plaatje.
Ze zei genieten, genieten van de kids, zoals je van een Magnum, of van een Dom Perignon geniet, of van sushi van bij X.
Zou haar vader ooit gezegd hebben dat hij van zijn dochter wilde genieten?
Zou haar grootvader gezegd hebben dat hij van zijn zoon wilde genieten?
Grootvader had veel kinderen nodig, als goedkope werkkrachten op de kleine keuterboerderij en en hij was blij als hij alle monden min of meer gevoed kreeg.
Haar vader had eigenlijk geen zin in kinderen, maar seks was om voor te planten had de pastoor hem en zijn godvrezende trees van een vrouw duizend keer voorgehouden. Toch hield hij van zijn dochter en was hij trots toen ze haar universitaire diploma haalde. Die vent waar ze mee trouwde, een gladde tafelspringer, dat vond hij maar niks.
Zijn kleinkinderen, Emma en Lientje, waren zijn oogappels. Hij zou ze anders opvoeden, ze zo niet verwennen, ze buiten laten spelen, ze niet zo optutten. Het zouden zo rotverwende ettertjes worden, egoïsten, niet bestand tegen de ellende die deze planeet voor hen in petto gaat hebben, binnen enkele decennia. Die aarde, kapotgeconsumeerd door de ouders van deze bloedjes.
Mensen hebben voorbeelden nodig, rolmodellen waaraan ze zich konden spiegelen. Zelf had hij altjd veel respect voor Louis Tobback gehad. Zijn dochter echter haar volledige spirituele heil gevonden in Patricia Ceyssens, ooit minister van ZelfPromotie, de oer e-mama die man, kinderen (kids dus), werk en coiffeur wist te combineren tot een sucesvol toonbeeld van een bestaan.
Dat ze tegenwoordig haar tijd grotendeels bij die laatste doorbracht, deed niks af aan de existentiële dwingendheid van haar idool. Vader had ook een gloeiende hekel aan die uitdrukking ‘de kids’. Hij zei altijd ‘ons klein mannen’. Dat was Vlaams, oprecht, daar sprak liefde uit. Kroost. Om voor te zorgen.
Kids, dat zijn kinderen als genotsmiddel, inwisselbaar consumptieproduct, attribuut van succesvolle yuppytypes. Merkwaardig is de meervoudsvorm.
Kids komen minstens met twee. Een gezin met één kind, noemt dat kind niet ‘het kid’, maar onze dochter of onze zoon. Of sterker nog, onze Robbe, of ons Paulientje.
Noem mij een ouwe zagevent van 56, maar die dertigers, daar krijg ik het vliegend jicht van.”
(@ Jan Flamend, valueselling.be)
0 Comments