Lege-nest-EUFORIE. Een grootschalig Duits onderzoek bevestigt nu wat wij al veel langer wéten dat ouders te blij zijn dat ze het kot weer voor zich hebben.
Lege-nest-EUFORIE. Op Wifty en in ons boek Midlife KICK lanceerden we jaren geleden al deze nieuwe term om aan te geven dat ‘het lege nest SYNDROOM’ niet bestaat. Het ‘empty nest’ is ooit eens uitgevonden door een of andere deskundige want het hoorde niet om je goed te voelen als je kinderen definitief het nest uitvlogen.
Tijden veranderen en ook de manier hoe 50-plussers met tijd en hun kinderen omgaan. Vanuit onze 50+-expertise tekenden we deze bevindingen op.
Hoe bijzonder is het dat een grootschalig Duits onderzoek van deze zomer (2019) nog eens extra onze Wifty expertise bevestigt. De onderzoekers analyseerden het welzijn en mentale toestand van 55.000 Europeanen uit 16 landen waaronder België. Groepen 50-plussers met en zonder kinderen werden vergeleken. Het besluit? Ouders blijken gelukkiger dan leeftijdsgenoten zonder kinderen. Ze vertonen minder symptomen die gelinkt zijn aan depressie en geven zelf vaker aan det ze tevreden zijn. Kinderen maken gelukkig zij het met een vertraging van 20 jaar. ;-)
Ook psychiaters en sociologen trekken heel duidelijk een dikke vette streep door het woord ‘syndroom’.
Wég syndroom, come in EUFORIE!
Wij tekenen resoluut voor: Lege-nest-EUFORIE.
(Cfr. vanaf blz. 21 in het boek Midlife KICK, de kracht van het nieuwe ouder worden.)
Kinderen vliegen het kot uit en het moederschip schakelt over op eigen tempo. De banden met de kinderen worden ànders en in heel veel gevallen zelf beter. Win-win, toch.
Zo zien onze Wifty-experts het:
Jong & Oud-mixologie
Mixed generations is een geweldige cocktail – mag het voor één keer iets anders dan champagne zijn? – waar je met een paar ingrediënten iets nieuws mee creëert. Een warme sociale band, een creatieve uitwisseling, een nieuw perspectief. Massaal terugkeren naar vroeger – verschillende generaties van één familie onder één dak – kan in onze cultuur vaak niet, maar er zijn nog zoveel andere opties waarbij jonge en oudere mensen, die meestal geen bloedband hebben, elkaar ontmoeten.
Mixed generation-projecten
In 2012 kreeg Gea Sijpkes, directeur van woon- en zorgcentrum Humanitas in Deventer, het idee om studenten gratis tussen ouderen te laten wonen in ruil voor 30 u vrijwilligerswerk per week. Het werd een schot in de roos: de sfeer in het centrum kreeg een boost, de zere knieën werden makkelijker vergeten, studenten en ouderen ontwikkelden een wonderlijke vertrouwensband (graffitiworkshops inbegrepen). Het concept bleek zo’n succes dat andere zorginstellingen in Nederland dit voorbeeld intussen hebben gevolgd. Ook het buitenland (Polen, Japan, Australië, Groot-Brittannië, Verenigde Staten) toont belangstelling.
Die hartverwarmende uitwisseling tussen jong en oud gebeurt ook op kleinere schaal. In ons land zijn er de laatste jaren verschillende initiatieven om generaties met elkaar in contact te brengen. Jongeren geven computer-, tablet- of smartphoneles aan 70plussers (Digisenior) of in woonzorgcentra (Mixed Worlds). Leesoma’s en -opa’s krijgen elke week leeskindjes op bezoek, er zijn teken- en knutselmiddagen voor jong en oud of filmcafés waar verschillende generaties napraten over wat ze net zagen. Ook het pleeggrootouderschap is in opmars. Volgens de laatste schatting woont één op vier pleegkinderen in Vlaanderen al bij zijn grootouders.
Bij andere formules worden ouderen of studenten voor hun diensten betaald. Het Amerikaanse Rent-A-Grandma zet ervaren vrouwen vanaf 50 aan het werk bij gezinnen die extra hulp in het huishouden of voor kinderopvang nodig hebben. In Nederland zijn senioren- of mantelzorgstudenten een begrip. En al kunnen we – voor zover bekend – bij ons nog geen vervangoma’s of kleinkinderen boeken voor feestjes, zoals Family Romance in Japan al jaren doet, in Parijs kun je via Lou Papé (‘La cuisine de grand-mère chez vous’) wel een uitstekende chef van rond de 60 inhuren, die boodschappen doet en een feestmaal uitdoktert – ideaal om studentenfuiven op te luisteren?
Raad van wijzen
Wat de woonstudenten in zorginstellingen steevast melden, is dat ze opnieuw respect voor de oudere generatie hebben gekregen: ‘ouderen hebben veel interessante dingen te vertellen’ of ‘ze geven je een andere kijk’. Precies het soort zaken die de oudere generaties in vroegere tijden – of bij volkeren die vandaag nog als jager-verzamelaar of in kleine dorpsgemeenschappen leven – full time deden: als wijze leiders en leraars voor advies, rechtspraak en onderricht zorgen. Gedragsbioloog Mark Nelissen: “Tijdens zijn evolutie heeft de mens als soort een tweede mechanisme ontwikkeld om z’n overleving te verzekeren: ouderdom. Ouderen hoefden niet meer te pronken of vechten voor een hogere status om een partner te strikken. In plaats daarvan kregen zij een nieuwe functie: cultuur scheppen die de samenleving verbetert en (over)leven vergemakkelijkt. De ouderencultuur leverde meer kennis op om ziektes te overwinnen en gevaren te trotseren.”
Die perspectiefwissel werpt misschien wel een heel nieuw licht op die rare, soms cryptische volksspreuken die onze ouders soms gretig rondstrooien. Misschien zijn ze wel een schatkist van wijsheid of levenservaring? ‘Niets slimmers dan een mens, maar hij moet leven’ of ‘Als ge water bij de wijn doet, moet ge wel nog genoeg wijn overhouden’.
Vier Belgische woonzorgcentra hebben intussen besloten om het inschattingsvermogen en de ervaring van ‘hun’ ouderen au sérieux te nemen. Met het zogenaamde Tubbemodel uit Zweden voor ogen startten ze in 2017 een proefproject van twee jaar op: ouderen krijgen inspraak in het beleid, personeel én rusthuisbewoners runnen het centrum samen.
Waarom bestaat de menopauze? Grootmoederhypothese
De menopauze is een bizar fenomeen. Olifanten, mensapen en andere dieren met een hoge levensverwachting blijven vruchtbaar tot ze hun laatste adem uitblazen. Alleen mensen en twee walvissoorten komen in de menopauze, om vervolgens nog tientallen jaren gezond verder leven. Is dat niet vreemd als je dat door de bril van de evolutie bekijkt? De natuur wil toch dat we zoveel mogelijk kindjes maken? Waarom blijven vrouwen nog zo lang leven na hun vruchtbare jaren? Evolutiebiologen hebben zich suf gepiekerd tot antropologe Kristen Hawkes twintig jaar geleden de ‘grootmoederhypothese’ lanceerde.
Idee: honderdduizenden jaren geleden was het heel handig als ouders extra hulp kregen bij het grootbrengen van hun kroost, want honger, ziekte, andere gevaren en dus kindersterfte lagen constant op de loer. Een helpende hand van vrouwen die zich niet meer met voorplanting hoefden bezig te houden, was dus welkom. Die oudere vrouwen hielpen natuurlijk liever hun eigen kleinkinderen dan het grut van de buren. Evolutionair vertaald: op die manier zorgden zij er ook voor dat hun genen – via goed doorvoede en slim onderwezen kleinkinderen – beter konden overleven. Misschien is er zelfs nog een reden voor al die gezonde jaren zonder kans op zwangerschap: menopauzale moeders en hun vruchtbare dochters hoeven niet te concurreren. Stel dat moeder en dochter – nog altijd honderdduizenden jaren geleden – elk een peuter van dezelfde leeftijd zouden hebben. Dan moet je twéé monden voeden, wat veel energie kost, zeker bij voedselschaarste. En dat zou wel eens tot felle concurrentie en hevige ruzies kunnen leiden. Met het risico op twee ziekelijke, ondervoede peuters die hun tienerjaren niet halen.
Wil dat zeggen dat oma’s voorbestemd zijn om voor hun kleinkinderen te zorgen? Natuurlijk niet. De natuur heeft dat ooit toevallig zo geregeld, omdat dit toen heel nuttig bleek. Een voorschrift voor hoe we vandaag, in compleet andere omstandigheden, moeten leven, is dat uiteraard niet. De grootmoederhypothese zegt alleen dat oudere vrouwen ooit onvoorstelbaar belangrijk voor het overleven van de mensheid waren…
0 Comments