Het was van de lagere school geleden dat Wifty Guest Corry Hancké (54) nog spelregels had geleerd en toen kwam de uitnodiging voor het Groot Dictee.
“Eind oktober kwam het telefoontje. Of ik niet wilde deelnemen aan het Groot Dictee?
De angst sloeg mij om het hart. Ik mag dan al wel leven van mijn pen, maar ik weet ook dat ik zonder spellingscorrector en eindredacteur een pak minder flink zou schrijven dan wat nu in de krant verschijnt. Even getwijfeld, maar nieuwsgierig- en ijdelheid overwonnen de faalangst.
Een vraag om aan zo’n leuk initiatief deel te nemen, krijg je maar één keer, dacht ik en tegelijk besefte ik dat ik mij een boel extra werk op de hals had gehaald.
Ik ben geboren in 1961, opgevoed in het vermaledijde VSO. In mijn schooltijd veranderden niet alleen de rapporten om het jaar, maar werden ook de spellingregels met de regelmaat van de klok herzien: baby-babies-baby’s, cadeau-kado-cadeaux-kado’s, apotheker-apoteker-apotheker.
Toen ik leerde schrijven, kon er niks gedeletet worden (tenzij met een tintenkiller), hing ik urenlang met mijn vriendin aan de telefoon omdat we nog niet konden sms’en en gooiden we ons afval in een ijzeren bak omdat recyclen nog niet was uitgevonden.
Ik had zo’n anderhalve maand de tijd om de ingewikkelde regels van onze spelling onder de knie te krijgen. Het was een titanenwerk en op het einde besefte ik dat de uitzonderingen vaak de regel ontkrachten. Maar ik heb wel enkele prachtige volzinnen kunnen maken, waar elke spellingsfanaat zijn tanden op kan breken.
Wat dacht je van deze:
‘De man van de haute volée ging niet naar de assemblee. Neen, hij had een afspraak met een dame dégénérée in een donker café. Om maar niet te zeggen: met een prostituee.’
Of deze:
‘Nadat hij gebaseballd had en zich douchte, besefte hij plots dat hij zijn deelname aan de basketbalmatch nog niet had gedeletet. Hij croste naar beneden om vlug te sms’en en kon de coach nog net op tijd tackelen.’
Berustend in mijn lot, vertrok ik begin december naar de vooropnames van het Groot Dictee. De cava die in de bus werd geserveerd, droeg bij aan mijn ‘ach-het-maakt-allemaal-niks-uit-gevoel’.
Het werd een heel leuke dag. Ik stond aan het buffet naast Ad Visser, de man die mij David Bowie, Mud en Marianne Rosenberg (Ich bin wie Du) leerde kennen. Hij vertelde dat hij zijn hele leven zijn eigen persoonlijke spelling gebruikt. Nix, schrijft hij, in plaats van niks. Tenzij hij zin heeft om niks te schrijven, dan schrijft hij niet nix.
Rond half zes kondigde de belleman aan dat het Groot Dictee ging beginnen. Toch een beetje zenuwachtig, lacherig -ach, het is maar een spel- betrad ik de Eerste Kamer met haar, met velours beklede, plechtstatige banken, waarop een prachtige pen en een onbeschreven dicteeblad lagen te wachten.
Het Groot Dictee was een lijdensweg. Alle regels die ik thuis zo keurig in schemaatjes had ingedeeld, dansten in mijn hoofd en ik hoorde woorden waarvan ik in de verste verte het bestaan niet had vermoed. Wat is in godsnaam een linkmiegel en hoe schrijf ik van Scylla in Charybdis? Is het heen-en-weer of heen en weer?
Ik moest me vaak haasten, omdat mijn gloednieuwe pen haperde. Mijn hand was het verleerd om een vulpen te bedienen en ik kraste geregeld op de keurige lijntjes zonder een spoor na te laten.
Het uur dat voor het Groot Dictee was uitgetrokken, was veel te snel om. Nog één minuut kregen we om de laatste kemels uit onze tekst te halen, terwijl de presentator Philip Freriks over het recept van een krentjebrij met Lieve Joris keuvelde. Zij was de auteur van dit geselende dictee.
Tweeëntwintig fouten heb ik gemaakt. Ik heb ‘dat’ in plaats van ‘het’ geschreven, de laatste ‘e’ bij goeiige is in mijn pen blijven zitten. Geen hoofdletter hier, een verkeerde afkorting daar en enkele voor de hand liggende fouten brachten de score tot wat hij is.
Ik hoorde mijn moeder weer: Luisteren, Corry en je aandacht bij de les houden! Sommige mankementen heeft ze bij mij nooit kunnen herstellen.
Om kwart over tien vertrok de bus weer naar huis. De dicteepen mochten we houden en we kregen er de laatste Van Dale bovenop.
De laatste, letterlijk. Het was de laatste papieren versie van het eerbiedwaardige woordenboek. Ik zal het koesteren, net als die vulpen die me op cruciale momenten in de steek liet. Ze zijn de iconen van een tijdperk dat velen al hebben afgesloten: de tijd toen schone spelling nog een punt van eer was. ”
Wie is Corry Hancké ?
Corry Hancké (°1961) is journaliste bij De Standaard. We leerden haar kennen tijdens onze fantastische Ab-FAB-50 fotoshoot en reportage voor De Standaard Magazine.
3 Comments
Kaat
oh leuk dat je Ad Visser bent tegengekomen. God, die man zou ik nu ook de pieren uit zijn neus willen vragen. Wat een tijdperk heeft die gezien, gehoord en meegemaakt. Waanzinnig denk ik. Ook knap van jou Corry dat je het DURF, zo’n dictee. Te veel instinkers als je het mij vraagt.
Mike
Ik vond op school die dictee’s al een nachtmerrie. En slechts 22 foutjes. Jouw fouten zou ik ook schrijven en doe daar nog een ferme schep bovenop. Veels (!) te moeilijk. En ik ben blij dat mijn held Ad Visser ook nix schrijft.
Veerle Mortelmans
Super Corry, dat je dat gedurfd hebt. Ik denk dat we in de 2 eerste jaren VSO, de middenschool met zijn 9 verdiepingen, weet je nog wel, ook nog dictee hebben gehad. Zoiets kan ik me nog herinneren, mijn nagels waren nadien allemaal afgebeten van de stress ;)