‘For the times they are a-changin’, zong Bob Dylan in 1964. Maar voor moeders uit die tijd ging het toch allemaal een beetje te snel. Nog maar pas bekomen van de zoektocht naar een jeans (toen was dat nog een jeansbroek) was de vraag naar een T-SHIRT een brug te ver voor Hildes moeder.
Het moet midden jaren ’70 zijn geweest en de periode van hét schoolfeest in het derde of vierde leerjaar.
We hadden een jonge juf. De ‘gewone’ was van een vleesboom geopereerd en maanden thuis. Een ‘vleesboom’. Ik durf niet te vertellen wat ik me daar allemaal heb bij voorgesteld. We gingen haar met de klas bezoeken, en gelukkig: ze zag er nog helemaal zichzelf uit. Wat een opluchting. Want met vleesbomen weet je natuurlijk nooit.
De jonge juf liet een frisse wind waaien door de ouderwetse nonnekesschool in het dorp. In hippie-stijl zouden we dansen op het naderende schoolfeest op ‘Mouldy old Dough’ van ‘Lieutenant Pigeon’. (Wat het precies betekent, weet ik nu pas met dank aan Google.: ‘Beschimmelde oude deeg’,… hopelijk als grap bedoeld?)
Voor het schoolfeest hadden we een ‘lange broek’ – bij voorkeur een jeans – en T-SHIRT nodig.
” Een wàt,
vroeg ons moeder,
zo een onderlijfke
met een
schunnige tekening op?
Geen sprake van!
Die broek, daar kon ze inkomen. Maar NO JEANS. Het werd een op maat gemaakte pantalon van ‘broeken De Koninck’, de lokale confectiespecialist. Klant in de slagerij. Middenstanders moeten elkaar iets gunnen toch.
Juffrouw Michèle vond de broek best leuk. Wij – mijn zus en ik – veel minder. Maar we moesten het ermee doen. Nu nog het t-shirt.
We kregen de zondag van het schoolfeest een net wit bloesje aan. De juf speldde er een felgekleurde vilten bloem op. Heerlijk: dus toch een beetje schunnig en hippie! We dansten ons op ‘Mouldy old dough’ de ziel uit het jonge lijf – ga eens luisteren, wie herkent het?
Een paar weken later opende een frisse lokale ondernemer een jeansshop in zijn living. Tussen de fluwelen zetels, echt cool. Hij verkocht er uit kartonnen dozen. We kregen er één: a real 49R – en je gelooft het niet: mét gratis t-shirt. De mijne was donkergroen met een knaagdiercartoon. Su-per-nice!
Tot vandaag was dat moment een hoogdag in mijn kinderleven. Er volgden nog gratis t-shirts: van salami Ter Beke en van de Renault. Maar geen enkele overtrof die allereerste.
49R forever – ik zou het zo op mijn arm tatoeëren.
#HildeDeBrandt
“Schrijven: het is wat ik altijd heb gedaan.
Eerst als corrector: een bescheiden baantje bij toen nog de Vlaamse Uitgeversmaatschappij.
En dan al snel als eindredacteur De Standaard en regioredacteur Het Nieuwsblad.
De basis: een diploma Germaanse filologie en een passie voor taal.
Na 14 jaar stuurde het leven me een andere kant op.
Een gelegenheid, vond ik, om bij te studeren.
Een opleiding ‘kunst- en cultuurmanagement’ maakte van mij een cultuurbeleidscoördinator en vervolgens een coach voor Vlaamse bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra. Er volgden onderzoek en publicaties, vormingsdagen en events, communicatie-acties en campagnes.
Steeds meer raakte ik gefascineerd door de digitale omwenteling, vooral omdat ze tot creativiteit verplicht – in werk- en omgangsvormen, dus ook in taal.
Na ‘change management’ en ‘digitale marketing & communicatie’ ben ik klaar voor de uitdaging.
Reinventing communication: de taal vinden die verbindt. Meer op Taal voor Straks
ann@wifty.be
0 Comments