Zeker bij sollicitaties kunnen de gesprekken een zeer onverwachte kant uit te gaan. Wifty Guest Jan Flamend  citeert uit zijn boek: ‘Memoires van een headhunter’. Over een ambassadeursechtgenote die, terug in Brussel, op zoek is naar werk en naar… nog iets.

‘Dus, mevrouw Van Welden, u hebt een MBA.’

‘Dat klopt, maar ik bén ook een MBA.’

‘U bent een Master in Business Administration, omdat u het diploma van Master in Business Administration hebt.’

‘Dat is juist, maar dat bedoel ik niet.’

‘Wat bedoelt u dan wel?’

Married But Available. MBA. ’

‘Die had ik nog niet gehoord.’

‘En ik meen het.’

‘Begrijp ik u goed als u zegt dat u beschikbaar ben voor een buitenechtelijke verhouding.’

‘Dat hebt u heel goed begrepen. Het duurde wel even, maar dat ga ik u niet kwalijk nemen.’

‘En met wie?’

‘Niet met om het even wie, natuurlijk.’

Wij zijn geen relatiebemiddelingsbureau, mevrouw Van Welden.’

‘Zeg maar Kathleen. Dat weet ik.  Maar ik zeg het toch maar. Je weet nooit.’

‘Wil u mij aan de haak slaan?’

‘Dat valt nog te bekijken.’

‘Eu, hm, ja. Bent u ongelukkig in uw huwelijk?’

‘Kijk, mijn man is een diplomaat, en hij is met mij getrouwd voor het decor. Zonder vrouw kon hij geen ambassadeur worden.  En ik dacht, mooi, luxueus leven, veel recepties, interessante diners, veel personeel.‘

‘Maar…’

‘Zo’n marriage de raison is toch maar een lege doos.’

‘Dat kan ik me voorstellen. Die glitter verveelt snel.’

‘Ik ben dus op zoek naar werk, en naar een minnaar.’

‘Werk, daar kunnen we u wel bij helpen. Een minnaar, dat staat niet in ons mission statement als executive recruiter. Er zijn genoeg relatiebemiddelingsbureaus, je hebt dating sites, speciale netwerken.’

‘Ik heb jaren in het buitenland gewoond omdat mijn man op post was in Thailand, in Zambia, in Peru. Nu is hij bij de EU in Brussel geposteerd, en ik heb hier geen netwerk. En dat internet, je weet nooit wat voor creeps je daar tegenkomt. Mijn broer zei mij dat ik  eens bij u moest komen polsen. Hij is een grote fan van u.’

‘Luc Van Welden?’

‘Da’s mijn broer.’

‘Luc, ja, ja, ik heb hem een paar keer aan een mooie job geholpen. Hoe gaat het met hem?’

‘Goed, blij met zijn job, gelukkige getrouwd, drie studerende kinderen. Perfect gezinnetje.’

‘Dat klinkt een beetje bitter, Kathleen.’

‘Ik gun het hem wel. Hij heeft wat ik niet heb.’

‘Goed. Laten we naar je mogelijkheden op de arbeidsmarkt kijken. Je hebt rechten gestudeerd en een MBA behaald. Heb je ooit gewerkt?’

‘Nee, ik ben getrouwd en in het diplomatieke circus gestapt.’

‘Je bent een goede gastvrouw, je kan mensen entertainen, feestjes organiseren.’

‘Als de beste.  De beau monde van Bangkok spreekt nog over de recepties op de Belgische Ambassade.’

Events, zegt jou dat iets? Grote bijeenkomsten als Batibouw, jumpings, tennistornooien?’

‘Dat lijkt me wel wat.’

‘Ik heb een vriend die in de event business zit en die heeft een rechterhand nodig. Een krachtige maar charmante medewerkster die hem helpt met de organisatie, het aansturen van personeel, het managen van de catering.’

‘En die vriend, wat is dat voor iemand?’

‘Een succesvolle self made man, charmant, hartelijk. Hij ziet er nog redelijk goed uit.’

‘Met welke auto rijdt hij?’

‘Porsche.’

‘Ja, dat is wel, euh leuk.’

‘Hoe staat zijn bedrijf er financieel voor?’

‘Goed, hij verdient heel goed zijn boterham.’

‘Getrouwd?’

‘Niet meer’

‘Kinderen?’

‘Twee zonen die het huis uit zijn.’

‘Waar woont hij?’

‘In Keerbergen en in Knokke.’

‘Kan u hem nu meteen bellen?’

uit ‘Memoires van een Headhunter’ – Jan Flamend

Schermafdruk 2015-07-06 11.51.00