Ik heb voor de 2de keer het boek TEGENGIF uit van Oliver Burkeman. Hoofdthema: als we nu eens niet meer zo hard ons best zouden doen om gelukkig te zijn, dan zouden we een leuker leven kunnen hebben.

De hele ‘geluksindustrie’ bestookt ons met boeken, zelfhulpgroepen en goeroe’s die ons 101 manieren aanbieden om gelukkig te worden. Altijd positief denken, ban alle negatieve gedachten, en dan dient het geluk zich aan op een zilveren presenteerblad. Niet dus.

Ik ben een optimist. Ik kan er niets aan doen, het zit in mijn genen. Ik zie het leven als een spel, soms win ik, soms verlies ik. Gelukkig zijn is voor mij in de eerste plaats dankbaar zijn, dankbaar voor alles wat er is, voor alles wat ik heb, en dan praat ik zéker niet over materiële zaken.

Maar het is niet zo dat ik mezelf verplicht om altijd positief te denken. Ik laat me soms ook afglijden in melancholie en verdriet, vooral als ik mijn vader mis. Dan kruip ik onder een dekentje, met een mooie opera op de achtergrond of maak ik een lange strandwandeling en dan huil ik mijn ogen uit. En ik ben verschrikkelijk ongelukkig als de dood weeral een keer met veel te veel gemak iemand dierbaar weghaalt… 

Ik kan ook héél erg boos en ongelukkig worden, uit onmacht, als ik zie hoe er wereldwijd met onze voeten gespeeld wordt. Daar kan en wil ik niet positief bij blijven. Dan wil ik Lara Croft-gewijs op pad gaan om al het onrecht te bestrijden.

Ja, ik ben dus ook dankbaar voor die negatieve gevoelens want die zijn even belangrijk als de positieve. Altijd happy & shiny zou verdomd saai zijn. Juist die waaier aan emoties maakt het leven boeiend. Ik kan genieten van de herfst en de winter. Ik zou écht niet willen dat het altijd zomer was.

Conclusie: het is niet zo’n goed idee om altijd positief te denken, want dan moet je natuurlijk voortdurend alle negatieve gedachten bannen. En juist dat controleren vestigt net de aandacht op die negatieve gedachten, en dan wordt het nog erger want dan krijgen ze de overhand.

Dostojevski schreef het al: probeer eens niet aan een ijsbeer te denken en je zult zien dat je elke minuut aan dat vervloekte beest denkt.

Stoïcijnen, boeddhisten en andere onthechte denkers leren ons dat af en toe ongelukkig zijn, kan leiden tot een toestand van meer geluk, beter in je vel voelen en beter op onverwachte omstandigheden voorbereid te zijn.

Ikzelf hou van de gedachte dat alles altijd verandert. De oude Grieken zeiden al ‘panta rhei’ (alles stroomt). Later voegde men er “kai ouden menei” (en niets blijft) aan toe…

Een mooie gedachte, en vooral een les in onthechten. Een geluk bij een ongeluk! :-)

Hélène