Mixed generations, wij zijn daar fan van. Op onze Wifty Parties staan dertigers naast zestigers te dansen, flirten veertigers met vijftigers en blijven twintigers en vijftigers het langst hangen.
Maar hoe zit dat nu echt met die verschillende generaties? Deze zomer brengt De Standaard een reeks over generaties, van tieners tot tachtigers. Deze week is het aan de vijftigers. Wij reposten de kijk op vijftigers van Peter vantyghem, cultuurredacteur bij De Standaard.
Een scharniergeneratie
“Even oriënteren? Bekende vijftigers vandaag in Vlaanderen zijn Tom Lanoye, Yves Leterme, Goedele Liekens, Kamagurka, Stany Crets, Chokri Mahasinne, Peter Vandermeersch, Herman Brusselmans, Hans Bourlon, Hein Vanhaezbrouck en Maggie De Block. En Filip I van België natuurlijk.
Over wat ze gemeen hebben, valt een lange discussie te voeren, maar ongetwijfeld zal opgemerkt worden dat de vernoemde mensen goeie dingen proberen te doen. En wie goed wil doen, heeft een duidelijk idee over wat niet goed is. Kortom, hij oordeelt gauw, of dat nu gaat over seksuele opvoeding, het politieke bedrijf, de bekrompen moraal van het volk of het voetbal van Club Brugge.
Waardengerichtheid is volgens sociologen een belangrijk kenmerk van de ‘babyboomers’, een categorie die geboren is tussen 1946 en 1964, althans volgens Amerikaanse sociologen. Die noemen ook individualisme en experimentendrift om het onderscheid te maken met de meer pragmatische ‘stille generatie’ (de zeventigers) en cynische ‘Gen X’ (de veertigers).
Maar de jongere babyboomers stonden destijds al beteuterd te kijken naar de eerste oliecrisis. Daarom beschouwen meerdere sociologen gen veeleer als de eerste Gen-X’ers.
Welke theorie u ook aankleeft, de vijftigers van vandaag zijn een scharniergeneratie: geworteld in het vooruitgangsdenken van de sixties, maar zich al goed bewust van de gedachte dat het sprookje niet zou blijven duren.
Onze vijftigers maakten de omgekeerde beweging van onze zeventigers. De vrolijke kleuren waarmee hun jeugd versierd was, werden grijzer naarmate ze de leeftijd naderden waarin ze zelf hun huis zouden inrichten. Was die botsing tussen willen en kunnen verwarrend?
Vijftigers zijn de generatie waarin vrouwen voor het eerst massaal gingen studeren, zonder dat daar al een duidelijk gezinsmodel voor ontwikkeld was. Ze huwden mede daarom ook later? Ze zagen de economische bloei opnieuw afbrokkelen. Maar tegelijk konden ze de pragmatische werkethiek en zuinigheid van hun ouders als basis nemen.
Terugkijkend tellen ze de merites en de blutsen. Allemaal goed en wel dat iedereen zichzelf heeft kunnen realiseren, maar intussen is de kloof tussen arm en rijk almaar groter aan het worden. En experimenteren met lifestyle was leuk, tot het de gezondheid ondermijnde.
Straks gaan velen van hen met pensioen; zijn zij kapitaalkrachtig genoeg om dat te doen op hun eigen voorwaarden? Zeker omdat hun kinderen nogal lang bij hen blijven hangen.
Bron: De Standaard – Tekst: Peter Vantyghem
0 Comments